Flex in de zorg ligt onder een vergrootglas en over de waarde van flex zijn verschillende meningen. Er wordt van alles geroepen, maar ook bedacht om ‘flex’ minder flexibel te maken. Met de ontwikkelingen op deze krappe arbeidsmarkt staan wij als intermediair ook voor een flinke uitdaging. Een goed moment om onze operationeel directeur Daniëlle het één en ander te vragen over haar kijk op ‘de waarde van flex in de zorg’. In deze blog neemt Daniëlle je mee in de ontwikkelingen in de flexbranche, de redenen voor organisaties om wel of geen flexkrachten in te zetten & de redenen om wel of niet te flexen. Ook geeft ze een voorspelling van de toekomst!
Heb je even ;-)? Of het nu gaat om een krappe arbeidsmarkt, nieuwe technologieën, de online concurrenten, verschillende trends of strengere wet- en regelgeving: de flexbranche is een hele dynamische branche en is altijd in beweging. De belangrijkste ontwikkelingen zijn in mijn ogen toch wel onder te verdelen in 4 onderwerpen, als volgt:
Het belangrijkste waar we als ondernemers in de flexbranche nu voor staan is toch wel de noodzaak om onszelf ‘opnieuw’ uit te vinden nu ‘flex’ steeds minder flexibel mag zijn van de overheid. Gelukkig vinden we als flexonderneming altijd wel weer een weg om onze dienstverlening te blijven voortzetten. De flex is en blijft immers van meerwaarde op de arbeidsmarkt.
Gelukkig is de gemiddelde flexkracht hiervoor gemaakt en het is daardoor des te meer belangrijk dat de intermediair zorgt voor een gedegen screeningsproces van haar flexmedewerkers. Ik zou iedere organisatie willen adviseren om hierover met je intermediair in gesprek te gaan.
Dit verschilt per persoon. In de afgelopen jaren hebben we vele motivaties voorbij horen komen. Ik zal er een aantal benoemen:
Vaak wordt de overweging gemaakt op basis van een samenspel van verschillende redenen die voor de specifieke flexkracht belangrijk zijn. Zou jij als zorgprofessional ook graag willen flexen? Dan zien we je inschrijving graag tegemoet!
‘Onzekerheid’ wordt vaak genoemd ‘omdat je geen zekerheid hebt over je uren en daardoor je inkomsten’. Dit is nog wel een erg ouderwetse ervaring met uitzenden, ook door de veranderende wet- en regelgeving. Flexkrachten bouwen hedendaags veel eerder rechten op dan voorheen. Zo is er bijvoorbeeld de verplichting voor intermediairs om na een jaar werken flexkrachten al een vaste urenomvang aan te bieden. Daarbij is sprake van arbeidsmarktkrapte, niet alleen in de zorg ook bij vele andere sectoren. De kans dat je bij de vele opdrachtgevers van een intermediair niet aan het werk komt is daarmee ontzettend klein. Wil je meteen een vaste urennorm of een vast contract, dan zijn daar bij zorgdesQ en wellicht ook bij andere goede intermediairs echt wel mogelijkheden en bereidheid toe. Ga dus het gesprek aan en vertel wat jouw wensen zijn.
In mijn ogen ligt de keuze voor wel of niet flexen meer in wat voor type persoon dat je bent. Word je gelukkig van vastigheid, vaste cliënten, vaste collega’s op een vaste locatie bij eenzelfde organisatie dan zul je wellicht minder snel kiezen om langdurig te flexen. Hoewel er binnen de flex in de zorg ook veelal vaste opdrachten zijn voor langere tijd. Flexwerk zou je wel kunnen ondersteunen bij het vinden van de juiste baan en werkgever omdat je via de weg in elk geval bij verschillende organisaties in de “keuken” kunt kijken voor je besluit om jezelf ergens aan een afdeling en een werkgever te verbinden.
Flex in de zorg zal altijd blijven bestaan als je het mij vraagt. Flexkrachten zijn nu eenmaal waardevol op de arbeidsmarkt. Neem een voorbeeld aan de teststraten en vaccinatielocaties tijdens de coronapandemie. Flexkrachten hebben in het draaien van deze locaties echt de hoofdrol gespeeld. Daarnaast is het zo dat de nieuwe generatie aan arbeidskrachten dat nu op de arbeidsmarkt komt, meer behoefte heeft aan flexibiliteit en vrijheid dan de generaties ervoor. De manier waarop flexwerk zal worden aangeboden zal in de loop der tijd wel veranderen en daar moeten wij ons op voorbereiden.
Ik voorspel dat er steeds meer gewerkt zal worden in collectiviteit en samenwerking tussen het bedrijfsleven, diverse instanties en de flexkrachten: met een community-gedachte als het ware. Op die manier kunnen mensen en middelen zo optimaal mogelijk worden ingezet om ons in onze levensbehoeften te blijven voorzien. Technologie zal dit de komende jaren steeds verder gaan ondersteunen. – Daniëlle Kroeze-Sauerbier
Liefs,
Myrthe