Herken je dat je een andere kijk hebt op een werkproces dan een oudere of jongere collega? Waarschijnlijk wel, want er bestaan nou eenmaal generatieverschillen. Deze verschillen hebben automatisch invloed op de samenwerking in een team. Ook zie je dat generatiegenoten vaak met elkaar verbonden zijn, doordat ze in dezelfde maatschappelijke context zijn opgegroeid. Hoewel de exacte indeling van de generaties moeilijk scherp te krijgen is als ik op internet rondneus, is er ook een wetenschappelijk gevalideerde versie in Nederland die wordt gebruikt.
Hieronder vind je de gevalideerde versie en een paar belangrijke kenmerken per generatie op een rij:
Babyboomers (geboren tussen 1940 en 1955) Senioren van nu
Generatie X (geboren tussen 1955 en 1970) De leiders van nu
Pragmatische generatie (geboren tussen 1970 en 1985) Professionals van nu
Millenials (geboren tussen 1985 en 2000) Junior professionals van nu
Generatie Z (geboren tussen 2000 en 2015) Studenten van nu
Waar jongeren die net op de arbeidsmarkt komen graag zelf dingen willen uitproberen, vraagt een babyboomer zich af waarom niet gewoon aan hem gevraagd wordt hoe iets moet. Millennials, waaronder ik, zijn geboren toen er grote technologische ontwikkelingen ontstonden. Op dit gebied hebben we dus een grote voorsprong. Tegelijkertijd moeten wij als millennials niks hebben van hiërarchie, terwijl generatie X hier juist weer aan gewend is en het lastig vinden om jongeren aan te sturen als zij hun gezag niet aannemen. In de tijd van de pragmatische generatie konden er steeds meer eigen keuzes worden gemaakt. Ze willen graag doorpakken en beoordelen besluitvorming van oudere generaties soms als ‘te traag’. De verschillen tussen de generaties maken dat er nog weleens wederzijdse irritatie kan ontstaan.
De leeftijdsdiversiteit heeft op de werkvloer soms ongewenste effecten. Uit onderzoek blijkt dat mensen zichzelf, maar ook anderen, snel categoriseren in groepen. Zo wordt er onderscheid gemaakt tussen ‘gelijksoortige collega’s’ en ‘ongelijksoortige collega’s’. Het advies uit dit onderzoek is dan ook dat organisaties (zorg)medewerkers moeten aanmoedigen om gebruik te maken van hun kwaliteiten en bewust moeten maken van de verschillen.
Hoe mooi is het als organisaties de kwaliteiten en eigenschappen van verschillende generaties goed op elkaar aan laten sluiten? Taken kun je aanpassen aan de kwaliteiten van een persoon, waar ook rekening kan worden gehouden met leeftijd. Zet jongeren dus vaker in op technische taken, zodat zij ouderen hierbij kunnen helpen. Dit geeft hen meteen weer een gevoel van voldoening en verantwoordelijkheid.
In deze tijd is er veel aandacht voor persoonlijke ontwikkeling en wordt er gefocust op gelukkige en gezonde werknemers. Iedere generatie beleeft werk anders en in een team kan dit resulteren in een generatiekloof. Merk jij binnen jouw organisatie dat een team hier echt tegenaan loopt? Dan kun je zeker eens denken aan een Workshop Generatiemanagement. Dit zal helpen om de teamspirit te vergroten, meer begrip te creëren voor elkaar en ook het belang van iedere generatie in te zien!
Liefs, Myrthe
– Myrthe Moet vertellen –